800-1400
Eerste permanente bewoning
Dammen en inpoldering
Vanwege het ontstaan van de veenstroompjes werd het gebied beter ontwaterd en kon het worden ontdekt door bewoners van het ommeland. Daarvoor was dit nauwelijks mogelijk vanwege de drassige grond. Rond 800 na Christus veranderde dit en ontstonden er al snel vele dorpjes, gelegen aan de veenstroompjes en verhogingen in het landschap. Deze dorpen bestaan nog steeds, zoals de Zaansteden, Middelie, Marken en Assendelft.
​
Om het gebied te beschermen tegen het stijgende zeewater werden dammen aangelegd bij de mondingen van de waterwegen in de Zuiderzee en het IJ. Tegelijkertijd werden rond 1100 de eerste dijkringen aangelegd, die van Waterland en de Zaansteden was een van de eerste en grootste. Vanwege de bedijking van het gebied
gebied werd dit makkelijker beschikbaar voor grootschalige ontginning voor de landbouw. Deze polders brachten helaas veel risico's met zich mee vanwege de ligging onder zeeniveau. De dijken braken dan ook wel eens door met veel nadelige gevolgen.