De Stelling van Amsterdam
De stelling van Amsterdam was een verdedigingslinie. De stelling is 135 kilometer lang en bestaat uit 46 forten die zijn gebouw tussen 1880 en 1914. De forten liggen in een cirkelvorm maximaal 20 km van de stad Amsterdam vandaan. De stelling is gebouwd om te stad Amsterdam te beschermen tegen militaire acties. De verdedigingslinie is een waterlinie. Door gebieden onder water te laten lopen tot een bepaalde hoogte, was het water in deze inundatiegebieden te ondiep voor vijandige boten en te gevaarlijk, door greppels, sloten en blootstelling, om erdoorheen te waden.
​
Doordat Nederland vele oorlogen kende en in de 19de eeuw Pruisen een mogelijke dreiging was, is men begonnen met de waterlinie. Het idee was al oud, rondom Amsterdam lag al een verouderde waterlinie en er was ervaring met de Hollandsche-Waterlinie. Tijdens de bouw is er nauwelijks rekening gehouden met het moderne oorlogsvoeren. De introductie van de granaat heeft het ontwerp van de muren van de forten doen herzien. Tijdens de uitbraak van de eerste wereldoorlog is gestaakt met de voltooiing van de forten. Twee forten zijn nooit volledig afgebouwd. De opkomst van (militaire)luchtvaart waardoor de stelling zijn functie als verdedigingslinie verloor.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
Om het inundatiegebied vol te laten lopen met water gebruikte men het water dat beschikbaar was aan het front van de linie. In Zaanstreek en Waterland was dit de Zuiderzee en de ringvaarten van de Beemster en Polder Zeevang. In de bestaande dijken zijn verschillende inundatiesluizen gebouwd. Hiermee kon men de volledige polders onder water zetten.
​
De Stelling van Amsterdam heeft een Unesco-werelderfgoed status sinds 1996. Hiermee is het monument internationaal erkend als een uniek en onvervangbaar monument. Verschillende forten hebben een nieuwe functie gekregen, als restaurant, evenementen locatie of museum.