Natuur
Waterland en Zaanstreek kenmerkt zich vooral door de typische veenvegaties die groeien aan het oppervlak. In de bodem zijn de resten van de vroegere vegetatie te vinden in het veen. Nadat strandwallen gesloten waren ontstond er een groot hoogveen gebied in Waterland en Zaanstreek lees meer. Tegenwoordig ontwikkeld het veen niet meer door invloed van het getij en de verbeterde afwatering door de mens. In de petgaten kan op kleine schaal nog veenvorming plaatsvinden.
​
Veenmoeras
​
Door de zeespiegelstijging en het dalen van het land kreeg het hoogveen invloed van zeewaterkwel en veranderde het veen in een laagveengebied met veenmoeras. Het grondwater staat jaarrond tot aan het maaiveld en een belangrijk kenmerk is dat het laagveen nog levend is en groeit. Veen- moerassen bestonden veelal uit kragge, een drijvende massa opgebouwd uit levende en dode planten dat het vermogen heeft zich aan te passen aan een constant veranderende waterstand lees meer.
​
​
​
​
​
​
​
Veenweides
​
Veenweides zijn de gedraineerde veenmoerassen. Grondwater staat nagenoeg aan het maaiveld en het landschap bestaat uit smalle, ondiepe petgaten en brede legakkers. Nagenoeg alle veenweide worden gevoed door zoete kwel lees meer.
​
​
​
​
​
​
​
​
Ontginning
​
De ontginningen heeft de mens legakkers doen ontstaan in het landschap. Deze legakkers zijn door mensen in de loop der tijd opgehoogd met bagger en laagveen uit de petgaten lees meer.
​
​
​
​
​
​
​
​
Zeeklei in de droogmakerijen
​
In de droogmakerijen komen drie soorten deellandschappen voor; kalkrijke kleipolders, kalkarme kleipolders en brakke kleipolders. Elke kleipolder is in het huidige landschap te onderscheiden door het vegetatietype.
​
​
​
​
​
​
Bron: SynBioSys
Bron: SynBioSys
Bron: SynBioSys
Bron: SynBioSys