1850-1930
Stoommachines
De stelling van Amsterdam
Tussen 1850 en 1930 veranderde de techniek van het droogmalen. Het bemalen met windmolens was gratis maar had ook zijn nadelen. Voor het aandrijven van de poldermolens was namelijk dermate veel wind nodig dat slechts één op de drie dagen een molendag was. Daardoor kon het wel eens voorkomen dat bij veel neerslag en onvoldoende wind de polder volliep met water. Daarom werden veel molens vanaf circa 1860 na Chr. vervangen door stoomgemalen. Ondanks de aanzienlijk hogere kosten konden de stoomgemalen wel de waterstand constant houden. De stoomgemalen hadden desondanks regelmatig te kampen met mankementen. Een voorbeeld daarvan is het ontploffen van een ketel bij de Nootdorpse polder in 1847. Vanaf circa 1910 werden de eerste stoomgemalen vervangen door elektrische gemalen. Het elektrisch gemaal bracht minder kosten en risico’s met zich mee dan het stoomgemaal. In Waterland en Zaanstreek zijn geen werkende stoomgemalen meer te zien. Veel van deze gemalen zijn omgebouwd tot elektrisch gemaal of hebben hun functie verloren. Het overgrote deel van de windwatermolens is als gevolg van deze ontwikkeling afgebroken. Voor het droogmaken van de Schermer waren 50 molens nodig, waar er vandaag de dag slechts nog enkelen van overeind staan.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
De techniek met stoom werd niet alleen toegepast voor het droogmalen maar ook in de industrie. De eerste stoomfabriek in de Zaanstreek maakte in 1833 zijn intrede. Veel windhoutzaagmolens verdwenen en de stoomhoutzaagmolen kwam langzaam op gang. De functie van de molens bleef hierdoor hetzelfde, de aandrijving veranderde. In de eerste helft van de 19e eeuw was het vermogen van de stoommachine maar in beperkte mate een verbetering ten opzichte van de windkracht. In de tweede helft van die eeuw maakte de stoommachine een ontwikkeling door, waardoor het vermogen flink werd verbeterd. Het belangrijkste verschil was dat er met de stoommachine 24 uur per dag bedrijvigheid kon plaatsvinden, terwijl dat met de windmolen alleen kon op momenten met voldoende wind.
​
Een ingrijpende verandering van het landschap is De Stelling van Amsterdam, die vanaf 1880 werd gebouwd als waterlinie ter bescherming van Amsterdam