top of page

Edam en Volendam

In de vroege middeleeuwen was er al bewoning op de plaats van het huidige Edam, door het ontginnen van het hoogveen in de polder Zeevang. De belangrijkste inkomstenbron was echter destijds al de visvaart op het meer de Purmer. In 1357 verplaatst de visvangst zich naar de zee, wanneer de stad toestemming krijgt om een directe verbinding naar de Zuiderzee te graven. Op de plaats waar de watergang uitmondde in de Zuiderzee kwam een haven te liggen. Veel vissers verhuisden daarom van Edam naar de nieuwe haven. Dit leidde tot de ontwikkeling van een nieuw dorp met de naam Volendam. Als gevolg van de betere visvangst maakte de scheepvaart omstreeks 1560 een grootschalige ontwikkeling door. Edam telde in dat jaar 28 scheepswerven, waarvan de meeste schepen gebruikt werden voor de Zuiderzee- en binnenvaart.  

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

​

​

Met de drooglegging van de Purmer in 1622 verdwijnt er een belangrijk gebied voor de visserij. In plaats daarvan komt akkerbouw en veeteelt, wat de economische bloei van Edam en Volendam bevorderd. Daarbij behoord ook de opkomst van de zuivelindustrie in Edam. In die tijd ontwikkelde daarnaast een nieuwe belangrijk bron van inkomsten, de walvisvaart.  

​

Rond 1930 nam de visvangst drastisch af door de aanleg van de afsluitdijk. Hierdoor kreeg de landbouw tot op heden een prominentere rol in de economische ontwikkeling van Edam en Volendam. 

edam-volendam.PNG
bottom of page